Beeld en geluid
Foto en video
Computers
Refurbished
Software
Dierenbenodigdheden
Drogisterij
Parfum en cosmetica
Elektronica
Componenten
Games
Speelgoed
Feestartikelen
Hobby
Knutselen
Modelbouw
Kabels en adapters
Kleding
Schoenen
Tassen en koffers
Koken en tafelen
Keuken apparatuur
Horeca
Muziek en film
Muziekinstrumenten
Parfum en cosmetica
Persoonlijke verzorging
Parfum en cosmetica
Schoenen
Kleding
Tassen en koffers
Games
Speelgoed
Feestartikelen
Wasssen en drogen
Wonen, woonaccessoires
Kerst
Meubels
Verlichting
Fabrikant: | |
---|---|
EAN-code: | 9789086920303 |
Shopscore | 5 (8)
|
---|
Sinds de Franse revolutie worstelen de politiek en de rechtspraak met het vinden van het juiste evenwicht tussen enerzijds de vrijheid van beroep en bedrijf, en anderzijds bescherming tegen misbruik van die vrijheid. De wetgever maakt hierin ¿ en herziet regelmatig ¿ keuzes. Er blijft echter altijd een arena over, waarin de burgerlijke rechter benaderd wordt om op basis van ¿ongeschreven recht¿ in te grijpen. Bij de beoordeling pleegt mededingingsvrijheid het uitgangspunt te zijn. De redenen waarom bepaalde concurrentiegedragingen tóch als ¿oneerlijk¿ en ¿ongeoorloofd¿ moeten gelden, zijn niet altijd even duidelijk. Het klassieke civielrechtelijke leerstuk van de oneerlijke of ongeoorloofde mededinging kan wat dit betreft wat leren van het jongere broertje, het antitrust- of kartelrecht. Daarin geldt als richtsnoer: de verzekering van een werkzame en onvervalste mededinging. Bij die benadering wordt ook rekening gehouden met marktmacht en marktomstandigheden. Voor het nut van die benadering in de civiele rechtspleging in zaken van ongeoorloofde mededinging, wil dit boekje ¿ aan de hand van voorbeelden ¿ de ogen openen. De tekst werd uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar op de door de Marcel Henri Bregstein Stichting ingestelde bijzondere (wissel-)leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Mr. D.W.F. Verkade (1944) was al eerder werkzaam aan de UvA en daarna als hoogleraar aan de universiteiten van Nijmegen en Leiden. Daarnaast was hij bijna 30 jaar advocaat in Amsterdam. In 2002 werd hij advocaat-generaal bij de Hoge Raad. Hij is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.